Interview Kai Oukes
Twee keer per dag trainen om profhonkballer te worden in de VS
De droom: honkballen in Amerika. En inmiddels is het al meer dan een droom, want Kai Oukes staat al in de belangstelling van verschillende Amerikaanse honkbalorganisaties. Honkbal is een blessuregevoelige sport, zeker als je het zo intensief doet als Oukes. SMC Amersfoort helpt hem wanneer nodig.
Hij traint hard om zijn droom waar te maken. Minimaal twee keer per dag. En feestjes slaat hij over. “Als ik daarheen ga, merk ik dat ik de volgende dag geen energie heb om twee keer te trainen, dat wil ik niet.” Hij is er fanatiek mee bezig. Alles om zo snel mogelijk een profcontract in Amerika te krijgen, het liefst volgend jaar al.
Eerst moet hij nog even zijn havo afmaken. Afgelopen zomer zat hij in Hilversum op school, omdat hij honkbalde in Bussum. Zijn dagen zagen er ongeveer zo uit: ’s ochtends vroeg trainen, de trein in en naar school, terug naar het station in Hilversum, de trein in naar Bussum, trainen en dan weer naar huis. En met ’s ochtends vroeg trainen bedoelt hij ook echt vroeg: “Als ik om half 9 les heb, gaat rond 5 uur de wekker, zodat ik dan direct de sportschool in kan.” Hij speelde in Bussum bij één van vier opleidingsploegen van Nederland, waar de grootste talenten van het land spelen. Vandaar dat hij in Hilversum naar school ging. Ook speelde hij al WK’s en EK’s met jeugdteams van Oranje. Komend jaar staat hij, als alles goed gaat, met Oranje onder 18 op een WK en een EK.
Nu hij vakantie heeft doet hij het niet rustiger aan, alleen het ritme is anders. “We trainen in de middag, vaak wat zwaarder en langer dan normaal. Dus ik doe mijn krachttraining nu daarna, zodat ik ’s middags nog genoeg energie heb voor trainen.” En hij kan wat langer uitslapen, dat scheelt natuurlijk ook. Vrij nemen, daar doet hij niet aan. Niet tijdens weekenden, niet tijdens vakantie. Er wordt altijd getraind.
Volgend jaar wordt spannend, dan vertrekt hij uit huis, vertelt hij: “Ik ga mijn laatste schooljaar in Amsterdam doen. Daar ga ik ook wonen en honkballen. Samen met andere honkbal- en softbaltalenten.” ’s Ochtends trainen, dan even kort naar school en dan ’s middags weer trainen. “Alles wordt geregeld. We wonen met iedereen bij elkaar in het gebouw en we hebben korte schooldagen, van 11 uur tot 14 uur ongeveer. Er ligt meer focus op het honkbal.”



Het is voor een goed doel, daarna hoopt hij de stap naar Amerika te maken. Dat is het grote doel. En het is niet ver weg. Oukes staat al in de belangstelling van verschillende Amerikaanse ploegen. “Na mijn havo wil ik daarheen gaan om prof te worden.” Hij legt uit hoe dat werkt: “Elke club in Amerika heeft zeven teams. Het hoogste team speelt in de Major League Baseball, het hoogste niveau met de miljoenencontracten. Stel dat ik zou tekenen, dan kom ik op het laagste niveau, de rookie-league. Dan kom ik in Florida terecht, elke club zit daar, zodat reizen niet zoveel geld kost. Als je het daar goed doet, ga je een stap omhoog.” Totdat je op het hoogste niveau bent. Studeren doe je dan niet, honkbal is je baan. Zit je niet binnen twee jaar bij de hoogste drie niveaus? Dan is de kans groot dat je weer naar huis gestuurd wordt.
Hij begon als jong jochie van zes een beetje toevallig met honkbal. “Een zoon van een vriendin van mijn moeder speelde honkbal. Mijn moeder ging een keer mee en ik was daar toevallig bij.” Hij was verkocht. Voetbal heeft hij ook wel eens geprobeerd, maar dat vond hij niks. “Na drie weken was ik er klaar mee.” Het mooie aan het spel vindt hij het fysieke en het tactische. “Als iemand met weinig verstand van honkbal een wedstrijd ziet denkt hij dat er alleen wat gegooid en geslagen wordt. Maar er gebeurt zoveel meer.” Bovendien heeft hij een belangrijke positie, hij is pitcher. “Als ik het goed doe is er een grote kans dat mijn team wint, maar als we het slecht doen zijn we ook gelijk de lul. Daarbij kan ik negen tegenstanders domineren in mijn eentje, als ik maar goed gooi. Dat is mooi.”
Honkbal is een fysieke en daardoor een blessuregevoelige sport. Zeker als pitcher. Constant ballen gooien met volle kracht zorgt voor een flinke belasting. Tot nu toe is hij redelijk gespaard. Eén keer stond hij tweeënhalve maand langs de kant. “Ik had last van de aanhechting in mijn hamstring.” Maar dankzij SMC stond hij al snel weer op het honkbalveld. “Ik kwam via mijn vader bij SMC Amersfoort, nadat hij goed geholpen was aan een knieblessure.”
Oukes is zeer te spreken over SMC en de behandeling die hij krijgt. “Bij de bond krijg ik training volgens de filosofie van Frans Bosch. Bij SMC Amersfoort kennen ze die filosofie goed, daardoor begrijpen ze heel goed wat ik doe en wat ik wil en hoe ik train. Het is gaaf dat daar een link zit, dat de fysio mij snapt. Andere fysio’s snappen dat niet altijd. Dat maakt wel dat ik naar hun toe blijf gaan.”
Met oefeningen en de nodige behandelingen herstelde Oukes. Ik stond binnen tweeënhalve maand weer op het veld. Het had misschien sneller gekund, maar ik had een toernooi nadat ik die blessure opliep en daar heb ik gewoon gespeeld. Dat heeft niet geholpen en dat lag dus niet aan de fysio”, vertelt hij met een lach.
Heb je behoefte aan sturing in je sportcarrière of heb je te maken met blessures? Het team van SMC Amersfoort staat graag voor je klaar om te helpen.
Samen op weg naar “Sport Beter”!