Schouderklachten
Na enkel- en knieblessure is een schouderblessure met 8% van alle sportblessures de meest voorkomende blessure onder sporters.¹ Schouderklachten kunnen helaas lang aanhouden. Zo’n 40% van de mensen met schouderklachten heeft na 1 jaar nog klachten.²
Over het algemeen zie je dat hoe langer je wacht, hoe langer het duurt voordat je grip op de schouderklachten krijgt. We adviseren dan ook om vooral niet te lang met schouderklachten te blijven rondlopen. Laat je schouderblessure beoordelen zodat je weet waar je aan toe bent.
Bij bovenhandse sporten ontstaan de meeste schouderblessures door overbelasting, denk hierbij aan tennis, volleybal of pitchen bij honkbal. De schouder wordt door het vaak herhalen van het serveren, gooien of pitchen aan grote trekkrachten en belasting blootgesteld.³
Dat kan op den duur leiden tot schouderpijn. Schouderblessures kunnen ook acuut ontstaan door bijvoorbeeld een val op de schouder, bijvoorbeeld tijdens het mountainbiken of judo.
In 70-80 % van schouderklachten wordt de diagnose subacromiaal pijnsyndroom gesteld. Dat wil zeggen dat er pijnklachten zijn onder het schouderdak van de schouder.² Deze klachten zijn goed te verhelpen middels gerichte training, waarbij er ondersteunend kan worden gekozen voor manuele therapie en/of dry needling of anderszins.
Wat de meeste schouderklachten met elkaar gemeen hebben is schouderpijn. De pijn kan zeurend, stekend, brandend en/of tintelend zijn en wordt soms zelfs bij het schouderblad, de bovenarm of hand gevoeld. Naast schouderpijn kan er ook een bewegingsbeperking of krachtverlies ontstaan.